Soepele tred, klein verzet met Tine Hens

“Klein verzet. Als je klein trapt, kom je soms traag vooruit. Maar het klein verzet toont ook hoe belangrijk kleine bewegingen zijn.” Woensdagavond 1 april was Café Congo in Kortrijk de plek voor het transitieverhaal van Tine Hens, een symbolische plek voor haar verhaal. De historica en journaliste bracht er verslag van haar Europese rondrit naar Kleine Revoluties n.a.v. haar boek ’t Klein verzet.

back_2530447234_08c45773c2_b

“Er is genoeg plaats onderaan”

Het verhaal van het belang van het kleine zet zich door. In 2013 was Rik Pinxten op uitnodiging van Vormingplus te gast in de Budafabriek voor een gesprek over zijn boek ‘Kleine Revoluties’. Het motto van dit boek was: ‘Er is genoeg plaats onderaan voor beweging en experiment als antwoord op de crisissen.’ Onderaan betekende ook, veelal buiten het zicht van media en naast de geijkte (kapitalistische) economische logica.

Wat vooraf ging: No time to waste

Tine Hens verkocht als jonge wereldverbeteraar op school T-shirts van Greenpeace ‘No time to waste’. Maar een mens zou ontmoedigd raken van zoveel klimaat- en andere problematieken. Zoals een van de deelnemers aan het gesprek met Tine Hens het zei: “Als je de last van de wereld wilt dragen, loert de ‘burn-out van de activist’ om de hoek.” Omdat alles wat je doet, nooit genoeg is. Daarom deed het zo’n deugd om de voorbije jaren zoveel kleinschalige initiatieven te zien, mensen die de handen uit de mouwen steken en zo het verschil proberen te maken, in hun straat, hun school, hun wijk …

Trouwens, niet zo lang geleden voor een historica, we schrijven 1800, bij het begin van de ‘economie’ als wetenschappelijke discipline, was er helemaal geen idolatrie van de oneindige groei. Voor Adam Smith en consoorten was economie er voor de mens en niet omgekeerd. Het BNP was nog niet de fetisj die als graadmeter voor de welvaart geldt.

Met andere woorden, met een milieuverslindende en mensonterende consumptiedwang (dank u IKEA) mag de vraag gesteld worden: Mag het weer over essentiële zaken gaan, als zorg voor elkaar of echt samen leven? Of laten we ons zelfbeeld nog steeds bepalen door het aantal nieuwe salons/auto’s … die we ons kunnen aanschaffen? Kunnen we zelf weer uitmaken hoeveel genoeg is? (Skidelsky en Skidelsky)

Tine Hens is niet de enige die ziet dat er een nieuwe wind waait en samen met Harald Welzer spreekt ze over een beweging ‘die van zichzelf nog niet weet dat ze een beweging is’. Ze ziet kleine naai-ateliers ontstaan of mensen die weer eigen groenten kweken. ‘Concrete zaken die moed en kracht geven én verbinden, want deze beweging is ook een sociale beweging.’
Het inspireerde Tine om buiten België op zoek te gaan naar dergelijke inspirerende initiatieven, naar sporen van een deel- of burgereconomie (want het zijn de gewone burgers die weer proberen – op kleine vlakken – meester te worden over de economie). (cfr. het pleidooi van Dirk Holemans voor meer autonomie)

Van Crystal Palace tot het Rabot

In Groot-Brittannië bezocht Tine de ruïnes van het eens zo majestueuze Crystal Palace (gebouwd in 1851), hét symbool van de eerste Wereldtentoonstelling, en een staaltje van toenmalig technisch kunnen. Na de verhuizing naar Zuid-Londen en de brand in 1936 bleef er alleen nog een kaal landschap over. Een Chinees had al plannen om er een nieuwe shopping mall van te maken, maar verzet van de buurtbewoners zorgde ervoor dat hier eerst een patchworkfarm ontstaan is en nu ook een Farmers Market  is. In het zog hiervan ontstond een energie-coöperatie en een systeem van deelfietsen.

Tine somt een aantal kenmerken op die ze op haar tour d’Europe ontdekt:

  • de initiatieven voltrekken zich in de eigen buurt, nabijheid en korte-keten zijn belangrijk
  • lenen, ruilen, delen en toegang tot spullen hebben primeren op het hebben
    (Bolwerk, het Repair Café en de instrumentheek zijn mooie voorbeelden)
  • materialen worden zo veel mogelijk herbruikt (geef- en ruilwinkels)
  • zelf dingen doen i.p.v. erover praten
  • de winst is eerder sociaal-ecologisch dan financieel
  • economie is hier een middel tot vervulling dan een manier om nieuwe behoeften te creëren
  • belang van face to face-ontmoetingen … wie kent nog de producent van zijn voedsel, energie …?

Het Mekka van Transition Town is Totness, de plek waar onder impuls van Rob Hopkins allerlei duurzame alternatieven worden opgezet. Het begon heel voorzichtig in de transitie-straten om te proberen energie, water en voedsel te besparen. Zaken waar niemand tegen is, omdat we allemaal onze uitgaven willen beperken. Later zochten ze hoe ze de economie (voedselprodcutie en -consumptie) meer lokaal konden organiseren i.p.v. afhankelijk van de supermarkt te zijn. Auto-delen was een volgende stap en ondertussen zijn er ook projecten in de richting van geestelijke gezondheidszorg om psychiatrisch patiënten door handenarbeid te versterken, kleine zaken die niet alleen zaligmakend zijn, maar die mee het verschil kunnen maken. Dit alles ondersteund door een lokale, complementaire munt.

Champignons in de luchthaven

Interessant zijn ook de verhalen uit Griekenland en Portugal, extreem door de crisis getroffen. Daar is de nieuwe zoektocht ingegeven door een reële, financiële noodzaak van mensen om zelf meer in hun onderhoud te voorzien. Vaak is het daar dus van moeten of “om niet zot te worden.”

In Griekenland zorgt de zgn. ‘aardappelbeweging‘ voor een directe verkoop van aardappelen en groenten aan de consument. Dat loopt niet vanzelf, lokale markten zijn vaak verboden onder druk van de macht van de supermarkten, maar ondertussen hebben ook de supermarkten deze nieuwe economie moeten dulden. Deze beweging helpt de bevolking overleven.

In Thessaloniki hebben bewoners een voormalig militair domein ingepalmd en tot moestuinen omgevormd. Vergeten groenten worden er gekweekt en een grote diversiteit aan zaden wordt er aangelegd. Ondertussen is ook een eigen supermarkt en consumentencoöperatie opgericht, waar oud chemie-professoren met gewone burgers samenwerken. Creativiteit en ondernemingszin zorgen zo voor innovatie. In Athene is een deel van de oude luchthaven een champignonkwekerij.

Natuurlijk niet alles lukt. Maar dat moet niet, falen is een deel van de kunst. Niet alles slaagt of niet alles slaagt onmiddellijk, soms is het een hele tijd zoeken om iets op de sporen te zetten.

Gesloten gevels

Dat het een verhaal van vallen en opstaan is kwam Tine ook in Porto tegen. Porto is de Europese stad met de meeste leegstand, veel dichtgemetselde gevels zijn daar het symbool van. Bewoners wilden een vroegere openbare bibliotheek die gesloten was o.w.v. de crisis opnieuw uitbaten met eigen (kinder)boeken, maar aangezien dit openbaar domein was, greep de overheid in en sloot ze de bib. Maar cafés waar vroeger enkel oud-strijders van de Anjerrevolutie (1974) een partijtje biljart speelden, zijn nu ontmoetingsplaatsen voor jong en oud geworden, en plekken voor ruil- en geefbeurzen. Op andere plekken, aan de rand van de stad, laat de stad wel toe dat bewoners een eigen tuin en hoendererf houden.

Dichter bij huis kan het Gentse Rabotproject niet in deze rij ontbreken. Op de oude, vervuilde grond van Alcatel is er nu, met de steun van de stad (én van Samenlevingsopbouw) een stadsakker ontstaan, waar bewoners groenten kweken op particuliere als gemeenschappelijke tuinen. Met Torekes, de lokale complementaire munt, kunnen ze percelen huren. Door Torekes te geven voor gevelverfraaiing stimuleert de Stad ook de leefbaarheid van de buurt en ontstaan veel ontmoetingen tussen de veelal Turkse migranten en de oorspronkelijke Gentenaars.

Maar het verhaal gaat verder naar Denemarken, waar nooit een kerncentrale heeft gestaan (omdat een aantal halfgaren in de jaren 1970 windmolens bouwden). Of het verhaal van de Energiewende in Duitsland, waar gigantische bunkers, ooit nog door Hitler gebouwd, nu de huisvesting voor de productie van hernieuwbare energie zijn, onafhankelijk van grote consortia, in handen van de lokale bevolking.

Het zijn verhalen met telkens een andere kleur, inspelend op lokale behoeften en eigen creativiteit, steeds overgoten met een flinke dosis optimisme en enthousiasme, waarvan Tine Hens zelf het beste voorbeeld was.

To be continued…

Tekst: Jan Timmerman

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s