“De geest is uit de fles”

Overleg en netwerk vervangen gezagspiramide. 

– Paul Verhaeghe over ‘Autoriteit’

“Er is massaal aandacht voor nieuwe politiek. Ofwel gaan we naar een maatschappij waar we nog meer onderhevig worden aan macht, ofwel gaan we naar een nieuwe democratie.” Paul Verhaeghe ziet een nieuwe vorm van autoriteit ontstaan waarbij netwerk hiërarchie vervangt. Vormingplus en de Unie der Zorgelozen brachten de psychoanalyticus in gesprek met een leraar, een oud-politiecommissaris en een bewegingsmaker. Een verslag.

“Er is een paradox. We leven in een ideologie die deregulering centraal zet en tegelijk hebben we nog nooit zoveel regels als vandaag gehad. Dat heeft natuurlijk te maken met autoriteit. We worden vandaag allemaal onderworpen aan die exponentiële groei aan regels”, stelt Verhaeghe vast. “We hebben tegelijk vandaag meer dan ooit een probleem met autoriteit. Dat toont zich op straat, in de klas en bij andere verhoudingen. Dat is niet alleen bij ons een fenomeen, dat is in heel West-Europa bezig.”

Vrijwillig versus onderworpen

autoriteit (9 van 44)Verhaeghe ging op zoek naar een theoretische achtergrond. Hij vond inspiratie bij Hannah Arendt, in een tekst die dateert van de jaren vijftig, na WOII, maar voor mei ‘68 dus. In “What is authority?” is voor Arendt autoriteit geen problematisch gegeven. Bij autoriteit is er sprake van een vrijwillige onderwerping. Als dat niet vrijwillig gebeurt, gaat het om macht, dan is het een gedwongen onderwerping.

Paul Verhaeghe: “Macht bevat maar twee kernen waarbij de ene sterker dan is de andere. Autoriteit bevat er drie: iemand heeft gezag over iemand anders omdat die twee samen geloven in iets dat buiten hen ligt. Autoriteit berust op een extern gegeven. Maar autoriteit kan niet zonder macht. Maar het is een gewettigde, legitieme, macht. Dat onderscheid kan je maken aan de hand van woorden als gezagsdrager en machthebber.”

“De traditionele autoriteit heeft geen grond meer. De klassieke pogingen om autoriteit te herstellen geven alleen maar aanleiding tot meer macht. Je hoeft dan niet enkel te denken aan paracommando’s. De meest indringende vorm van macht is de toegenomen regelgeving.”

Dat is het geval in scholen maar ook in het bedrijfsleven, het bankwezen bijvoorbeeld. Contracten worden langer en langer. De toename van de regelgeving betekent dat we elkaar minder vertrouwen. Een relatie waar een autoriteit is gebaseerd op vertrouwen, bij machtsrelaties is er sprake van controle, vandaar de enorme toename van regels. Als  autoriteit verdwijnt, en daarmee dus ook de vrijwillige onderwerping eraan, verdwijnt daarmee ook het vertrouwen.

Netwerk vervangt piramide

We moeten dus op zoek naar een nieuwe grond voor autoriteit. Welke nieuwe grond kunnen wij bedenken voor autoriteit?

“Het gaat om de organisatiestructuur”, zegt Verhaeghe. In de traditionele autoriteit wordt veelal gewerkt binnen een verticale, piramidale structuur, met een sterk hiërarchische organisatie. Maar welke organisatiestructuur sluit dan aan bij nieuwe autoriteit? “De organisatie van de nieuwe autoriteit is bottom-up, hetgaat om een netwerk met knooppunten, met daarin gezag op basis van overleg”, zegt Verhaeghe. De nieuwe autoriteit die de groep kan vinden, is … de groep zelf.

De klassieke tegenstelling tussen rechts en links is achterhaald, volgens Verhaeghe is de nieuwe tegenstelling die tussen horizontaal en verticaal. Een hiërarchische autoriteit of een horizontale autoriteit in verbondenheid.

autoriteit (8 van 44)

De geest is uit de fles

“Is de idee van horizontale autoriteit naïef?”, vraagt Paul Verhaeghe zich af. Vrijwillige onderwerping komt er volgens hem niet zomaar, die berust op een combinatie van kennis en inzicht en ook op angst. “Als ik me niet zo gedraag, dan krijg ik straf. Binnen die nieuwe autoriteit zal dit ook berusten op deze combinatie. Maar de angst die bij dit nieuwe model komt, komt niet van boven, maar van links en rechts, vanuit sociale controle. Deze angst sluit aan bij de oudste angst: om uit de groep verwijderd te worden.” Deze nieuwe vorm van autoriteit vergt een grote mate van transparantie en openheid. Wikileaks en Luxleaks zijn hedendaagse vormen van sociale controle. “De geest is uit de fles, dit kan je niet meer tegenhouden”, zegt Verhaeghe.

Is iedereen gelijk in dit model? Paul Verhaeghe: “Je kan geen autoriteit hebben zonder verschil. Maar het verschil is dat bij de horizontale autoriteit niet één leider aan de top staat, maar dat je een netwerk hebt met knopen, waarbij, naargelang de situatie, er verschillende leiders zijn. Het leiderschap verschuift dus.”

Is  horizontale autoriteit iets voor de latere toekomst? “Dat is een misvatting, want het is vandaag ten volle bezig. Als je je er bewust van bent, dan kan je er ook aan mee doen.” Paul Verhaeghe geeft daarbij het voorbeeld van de opvoeding. Kinderen van vandaag worden opgevoed door een groep, gaande van de ouders tot de grootouders en de crèche en de school. Of neem de klimaatproblematiek waar de macht van de lobbygroepen wordt gecounterd door de burgemeestersconvenanten. Steden en burgers nemen zelf het initiatief en doen voorstellen om de CO2-uitstoot te reduceren. “We zullen het zelf moeten doen. Laat ons er aan beginnen”, zegt Verhaeghe.

Vragen bij Verhaeghe

autoriteit (12 van 44)Filosoof Rob Devos heeft het boek van Verhaeghe kritisch gelezen en heeft een paar bedenkingen. Hij vraagt zich bijvoorbeeld af hoe machtsopbouw van onderuit kan werken. Paul Verhaeghe antwoordt dat dit samenhangt met schaal: “Als je de ‘commons’ bekijkt dan zie je dat macht wel degelijk werkt vanuit de groep, maar dan heb je groepen nodig van maximaal 120 mensen. Als de groep te groot wordt, werkt het niet. Maar de commons zijn ook gebonden aan een aantal spelregels. De eerste regel is dat je alleen beslissingsrecht hebt als je al voldoende tijd deel maakt van de groep. Ook de verdeling van lusten en lasten is geregeld. De groep kan ook de regels ten allen tijden wijzigen en de groep kan ook sanctioneren. Dat kan je dus allemaal als je groep niet te groot wordt.”

“In een deliberatieve democratie heb je toch ook belangengroepen. En je hebt toch ook een moderator nodig die macht heeft en zijn belang kan doordrukken?”, vraagt Devos. “De belangrijkste macht bij deliberatieve democratie ligt bij de persoon of de groep die de agenda bepaalt”, aldus Verhaeghe. “Ook bij het beschikken over informatie.”

Maar de belangrijkste vraag is misschien wel: “Kan en mag een groep dan ook over alles beslissen, stel je voor dat de groep beslist om de doodstraf weer in te voeren of dat nieuwkomers moeten een insigne dragen, wat dan?” Verhaeghe: “Eén van de vooroordelen over nieuwe autoriteit is dat wanneer we in groep beslissen, we dan ook een goede autoriteit hebben. Racisme is ook gegroeid op groepen. Ik heb het in mijn boek over het functioneringsmodel van autoriteit, niet over normen en waarden, daar heb ik het bewust niet over gehad.” Normen en waarden zijn relatief. “Maar ik raak daar niet uit”, zegt Verhaeghe. “Gelijkheid en vrijheid staan in spanning met elkaar. Dat is de moeilijkheid van democratie.” Devos stelt voor om de democratie toch te baseren op een aantal basisprincipes.

“Een aspect dat niet aan bod komt is de subjectieve kwaliteit van de gezagsdrager. Autoriteit hangt toch samen met een persoon en het handelen van zo’n persoon”, vraagt Devos. “Autoriteit wordt je verleend, die heb je niet, dat is geen individuele eigenschap”, zegt Verhaeghe, “Maar leiderschap is belangrijk. Ik heb het in mijn boek niet verder uitgewerkt, maar het is essentieel.” Het lijkt hier dat Paul Verhaeghe al een onderzoeksvraag heeft voor een volgend boek…

In de klas

Autoriteit is geen fenomeen in het luchtledige, het is een dagelijkse praktijk, op verschillende maatschappelijke domeinen. Hoe ziet horizontale autoriteit eruit in schoolverband? “Alles wat er gebeurt in de klas mag geweten worden in het team van de leerkrachten”, zegt lerares Renilde Rommens, “Als wij een probleem hebben in de klas, dan is dat het probleem van een team, niet van een individuele leerkracht. En dat moeten de leerlingen ook weten.” Zij geeft aan dat ze met leerlingen probeert te werken in overleg, maar niet grenzeloos. “Bepaalde dingen mag je echt niet dulden. In een les mag je bijvoorbeeld niet lachen met fouten van andere leerlingen.” Renilde straft niet, samen met het schoolteam doet ze aan herstelgericht werken. Het systeem is pas van start, maar ze gelooft er in: “Als er problemen zijn met een klas gaan we niet de directeur uitnodigen voor een speech, maar gaan we met de klas zelf werken rond het opbouwen van vertrouwen.” Er is nog werk aan de winkel rond ouderbetrokkenheid, want die worden veelal betrokken als het te laat is, als er een probleem is.

autoriteit (26 van 44)

School en opvoeding liggen dicht bij elkaar. Maar opvoeden is nog een tikje anders. Ouders en kinderen zoeken op hun beurt naar een nieuwe verhouding. Maar ook dit heeft grenzen. “Democratie met vijfjarigen is geen goed idee”, zegt Verhaeghe. Hij stelt dat de nieuwe vorm van autoriteit iets is voor volwassenen. “Wij hebben nog altijd de verantwoordelijkheid om kinderen binnen te voeren in onze normen en waarden. Dat gebeurt niet vanuit een gelijkwaardige relatie. Ouders zijn bot waar kinderen hun tanden aan scherpen.”

Renilde beaamt: “Lesgeven lukt me. Maar opvoeden vind ik moeilijker.” Dat vindt Verhaeghe evident: “Bij opvoeding werk je vanuit een niet-gelijkwaardige verhouding. En het is ook dubbelzinnig: je verwacht dingen van je kinderen die je zelf ook niet kan waarmaken. Maar je moet die dingen wel verwachten. Tot ze oud genoeg zijn om er over te praten.”

Onvermurwbaar

Politiewerk is een ander symbool van autoriteit. Oud-commissaris Stefaan Eeckhout heeft autoriteit zien transformeren. “De interne structuur en de relatie met de burger zijn de voorbije decennia veranderd. De rijkswacht bijvoorbeeld was vroeger een militair korps en de politiehervorming gaf een duidelijk teken dat men van die piramidale militaristische structuur af wilde. We evolueren naar een gemeenschapsgerichte politie die aandacht heeft voor daders en slachtoffers en waarbij men bijvoorbeeld ook werkt naar herstel.” Binnen de politie is er volgens Eeckhout soms nog nostalgie naar die vroegere hiërarchie. Van graadhiërarchie naar functionele hiërarchie evolueren is dan ook een moeilijke operatie.

“Moet een korpschef zich nog onvermurwbaar tonen?”, vraagt moderator Jan Timmerman, waarbij hij verwijst naar de hardhandige aanpak van een vermeende fietsdiefstal in november 2015 in Kortrijk. Daarbij verdedigde de korpschef onvoorwaardelijk zijn korps. “Ik begrijp dat voor een stuk, het is vreselijk moeilijk om uzelf te excuseren en het is nog moeilijker om u te excuseren voor daden van medewerkers. Misschien moeten we afstappen van die misplaatste trots, maar dat weet ik niet zo. Het is ook moeilijk functioneren als agent. Er is een handelingsvrijheid, zij moeten tijdens een actie heel snel kunnen beslissen. En als er geen duidelijk kader is voor die handelingsvrijheid, is dat nog moeilijker.”

“Autoriteit moet afdwingbaar zijn”, vult Verhaeghe aan, “De laatste stap bij machtsuitoefening is geweld. Maar daarom zijn agenten ook zo onderworpen aan regels en protocollen. Maar geweld is onvermijdelijk. Autoriteit vereist gewettigde macht en dus intrinsiek de mogelijkheid tot geweld.”

autoriteit (43 van 44)

Hart boven hard

“Wij spreken over de kanteling van een oude naar een nieuwe orde”, zegt Wouter Hillaert van Hart boven Hard. De beweging deelt de analyse van Verhaeghe en ziet ook de praktijk ervan  zichtbaar in het veld. “Om dit te zien moet je geen professor zijn”, lacht Hillaert.

De praktijk van Hart boven Hard bewijst volgens Hillaert dat het lukt om een beweging te vormen van onderop. “Ik ben heel optimistisch, je ziet het ook écht gebeuren. Hart boven Hard is geen ledenorganisatie, we zijn meer een netwerk dan een beweging, wij verbinden. Dit alles is een training voor een kantelpunt waarvan we nog niet weten wanneer het er zal komen maar waarvan we zeker zijn dat het er komt.”

Paul Verhaeghe stelt dat het oude systeem zich heeft gevestigd in structuren. Dat zijn intussen machtsstructuren geworden die zich onttrokken hebben aan democratische controle en gestuurd worden door lobby’s. “Maar er is massaal aandacht voor politiek, voor nieuwe politiek. Ofwel gaan we naar een maatschappij waar we nog meer onderhevig worden aan macht, ofwel gaan we naar een nieuwe, horizontale democratie. Het kan nog twee richtingen uitgaan, maar ik ben gematigd optimist.”

“Wij zijn de stroom” is de titel van de grote parade die Hart boven Hard in maart zal bouwen in Brussel, aldus Wouter Hillaert. “Dat klinkt vrij hautain, maar het is een gedachteswitch: zien wat je zelf kan doen en jezelf een autoriteit toekennen. Maar dat kan je niet alleen.”

Tekst: Bart Noels

Foto’s: Heroen Bollaert

 

Paul Verhaeghe was op woensdag 3 februari 2016 te gast in Kortrijk op uitnodiging van Vormingplus MZW en de Unie der Zorgelozen. Hij kreeg kritische vragen van Rob Devos. Jan Timmerman modereerde een gesprek met Stefaan Eeckhout, Renilde Rommens en Wouter Hillaert. Geert Six sloot de avond af met een bewogen tekst.

In de reeks Vrij-Spraak gaan filosoof Lieven De Cauter en politiek filosoof Thomas Decreus verder door op dit thema.

 

Advertentie

Een gedachte over ““De geest is uit de fles”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s