We zijn beland aan het derde en laatste deel van een het uitgebreide interview dat Jan Timmerman (Vormingplus) had met Rosalie Heens (vzw Motief).
De aanleiding voor dit gesprek is het artikel ‘Laat de verlichtingsidealen niet aan de ketting leggen‘ dat verscheen in het Motief-tijdschrift (januari 2016), en een kritische blik werpt op een aantal actuele gebeurtenissen.
In deel 1 en deel 2 sprak Rosalie over de wat vergeten radicale Verlichtingsdenkers, over vrije meningsuiting en het gebruik van geweld en tegen-geweld. In dit deel reflecteert ze over de rol van vzw Motief bij het interculturele debat, de maatschappijkritische rol die religie kan spelen en de angst voor dat wat we niet begrijpen.
Is er vanuit Motief een bepaalde methodiek om religieuze teksten te lezen?
Ons vertrekpunt is steeds het volgende: welke maatschappijkritische vragen komen uit die teksten naar boven? Onlangs hadden we een gesprek, in een zeer gemengd gezelschap van gelovigen en niet-gelovigen, moslims en anderen, over bidden en wat de relevantie en zin daarvan vandaag nog kan zijn.
Een moslima die vijf keer per dag bidt, vertelde dat dit haar helpt om regelmatig stil te staan, niet alleen automatisch mee te draaien, en zich af te vragen op welke manier zij bezig is, of haar leven wel bijdraagt aan een rechtvaardige samenleving. Die pauzes, los van werk, los van haar gezin, helpen haar om de norm en de sleur te doorbreken en om zelfkritisch te zijn.
Heel vaak wordt gezegd dat iemand die eraan vasthoudt om zijn werk of andere bezigheden te onderbreken om te bidden, wel iemand moet zijn die heel onderdanig en slaafs de regels van zijn religie volgt, iemand die niet thuis hoort in onze moderne, efficiënte samenleving. Zo iemand wordt niet gezien als een kritisch persoon, die niet zomaar meeloopt met wat er van ons verwacht wordt, en die met zijn praktijk net een interessante inbreng kan hebben in onze samenleving.

Willen jullie vooral de maatschappijkritische kant van religie in het licht stellen?
Het heeft beide kanten en dat geldt niet alleen voor godsdienst maar ook voor vrijzinnig humanisme. Ze kunnen zowel ingezet worden om mensen te disciplineren en ze in de pas te laten lopen als om mensen kritisch te laten kijken naar maatschappelijke gebeurtenissen, naar wat van hen verwacht wordt, wat ‘wereldlijke’ leiders zeggen hoe ze moeten functioneren. Ik heb wel de indruk dat bij religie die kritische en emanciperende kant veel minder erkend wordt dan bij de niet-godsdienstige levensbeschouwingen.
Rationeel, al te rationeel?
Verlichting staat voor de verdediging van rationaliteit. Zit daar ook een gevaar in?
Rationaliteit is natuurlijk een erg belangrijk middel voor emancipatie als wapen tegen onderdrukking, maar het wordt ook gebruikt om mensen uit te sluiten, om mensen te reduceren tot hun rede.
Dat is een kritiek die bijvoorbeeld ook vanuit feministische hoek wordt gegeven aan bepaalde interpretaties van de Verlichting. Filosoof Denis Diderot waarschuwde hier ook al voor in de 18de eeuw. Zij klaagden aan dat de rationaliteit vaak gebruikt wordt om bepaalde groepen, zoals vrouwen, zwarten, mensen uit niet-Westerse culturen of gelovigen als minder rationeel en dus minderwaardig voor te stellen. Bovendien klaagden zij ook aan dat het verheerlijken van de ‘rationaliteit’ vaak gebruikt wordt om mensen te vervreemden van hun gevoelens, empathie, intuïtie,… terwijl dit net heel positieve krachten kunnen zijn.
Ook vandaag zie ik dat gebeuren. Als het gaat om de plek die kwetsbare mensen moeten krijgen, neem nu vluchtelingen, dan krijg je heel vaak rationele argumenten, zoals de opmerking of het helpen van deze mensen wel betaalbaar is? Dan gaat het zelfs meer specifiek om economische rationaliteit. Mensen worden aangezet om hun empathie niet in te zetten. We krijgen als het ware de boodschap: “Als je deze mensen ziet, hun verhalen hoort, dan ben je misschien verontwaardigd over wat hen overkomt, en wil je hen helpen. Maar gebruik je verstand: wij kunnen niet alles oplossen, wij kunnen niet alles betalen. Dat is de realiteit en daar kunnen we niks aan veranderen.” Dit betekent zoveel dat we onze empathie en onze gevoelens niet mogen laten spelen in het organiseren van de samenleving. Maar als we ons laten reduceren tot onze rationaliteit verliezen we een deel van onze menselijkheid.

Een ander voorbeeld kom ik tegen in gesprekken over omgaan met diversiteit. Heel vaak merk ik in gesprekken dat ‘begrip’ als voorwaarde wordt gesteld om een ander te respecteren. Men wil alleen iemand respecteren, als men hem begrijpt. Maar sommige dingen zijn heel moeilijk te begrijpen, bv welke rol ‘God’ in iemands leven speelt, waarom een bepaalde culturele traditie voor iemand belangrijk is, waarom iemand het belangrijk vindt om op vaste tijdstippen te bidden, enzovoort. Maar in een superdiverse samenleving kán je niet meer iedereen begrijpen. Je kunt dan niet zeggen: “ik respecteer alleen wat ik begrijp, de rest niet”.
Bestaans(on)zekerheid
Veel mensen zijn bang van de vluchtelingen die naar hier komen en wat de gevolgen daarvan zullen zijn. Ook omdat ze de vluchtelingen niet begrijpen, hoe ga je als cultuur om met de confrontatie met het of de vreemde?
Er spelen verschillende factoren. Ik denk dat bij angst voor een ander ook steeds de eigen bestaansonzekerheid speelt.
Het gaat vaak over de noodzaak om te besparen: de sociale zekerheid wordt onbetaalbaar, mensen krijgen steeds te horen dat hun plek, hun zekerheid niet meer veilig zijn. In zo’n onzekere positie wordt ‘dé ander’ een concurrent, een extra bedreiging voor de eigen positie. We merken in vormingen dat de angst voor moslims of voor vluchtelingen vaak te maken heeft met die angst voor de eigen positie. Die angst wordt vaak geuit in bewoordingen die racistisch of islamofoob klinken. In onze vormingen merken we dat het voor mensen bevrijdend werkt om over die angst te kunnen spreken. Het geeft hen de ervaring dat hun angst gehoord wordt, en ernstig genomen wordt. Bovendien hebben veel vluchtelingen vaak dezelfde angst, ook bij hen is de bestaansonzekerheid erg groot. We proberen in onze vormingen te laten zien dat het bij beide groepen gaat om de angst en bezorgdheid om te kunnen overleven, om niet aan de kant geschoven te worden en nog meer in de marge te belanden. We proberen hen te laten zien dat ze niet tegenover elkaar staan, maar tegenover diegenen die de sociale zekerheid willen afbouwen. Dat ze een aantal gedeelde belangen hebben. Zo kan je verbindend werken.
Anderzijds heb je het meer algemene fenomeen dat voor wat je niet begrijpt uitwisseling en ontmoeting altijd de beste manier zijn om angst of vooroordelen te doorbreken.
Interview: Jan Timmerman
Rosalie Heens is educatief medewerkster bij vzw Motief, een gespecialiseerde vormingsinstelling die zichzelf ‘op het snijpunt van levensbeschouwing en samenleving’ plaats. Ze begeleidt bij Vormingplus al jaren de reeks Dar Es Salaam, waarin ze mee reflecteert over intercultureel samenleven en meer bepaald over de maatschappelijke spanningsvelden waarin de islam en moslims betrokken zijn.