Persoonlijke ontplooiing en maatschappelijke ontwikkeling. Het lijken tegengestelde werelden. Is dit onderscheid niet achterhaald? Splitsen we onszelf niet op door die vermeende tegenstelling? Vormingplus onderzoekt de komende tijd de band tussen persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling. ‘Binnenkracht – buitenmotor’ is de titel van deze zoektocht, waar we u graag in mee nemen. Een eerste stap zetten we op een inspiratiedag op 15 november.
Een continuüm tussen het persoonlijke en het maatschappelijke. Vormingswerk – en vele andere vormen van maatschappelijk ondernemen – spelen zich af op deze lijn. Aan de ene kant: het persoonlijke niveau, het gebied van de persoonlijke ontplooiing, de mens op zoek naar geluk, voldoening en harmonie. Aan de andere kant: het maatschappelijke niveau, waar thema’s uit de sociale en politieke actualiteit aan bod komen. Deze twee werelden hebben ogenschijnlijk niets met elkaar te maken. Ze worden apart gepresenteerd, gerubriceerd, in de media, in het onderwijs, in vormingswerk…
Niet in één vakje
Toch zijn mensen niet in één vakje te stoppen. Je kan yoga beoefenen én je betrokken voelen bij de Noord-Zuid-problematiek of de vluchtelingenkwestie. Het is niet omdat deelneemt aan het buurtcomité dat je niet geïnteresseerd bent in Mindfulness. Je kan actief zijn in de natuurbeweging én willen leren om geweldloos te communiceren. Persoonlijk handelen en maatschappelijk handelen hebben raakpunten. Ons persoonlijk consumptiepatroon (voeding, kledij, vrije tijd, reizen …) heeft bijvoorbeeld maatschappelijke impact. Mijn ecologische voetafdruk zegt ook iets over mijn visie op welzijn.
Meer en meer groeit bij Vormingplus de overtuiging dat er niet alleen een verband te leggen is, maar dat het vandaag belangrijk is om die verbinding te maken tussen het persoonlijke en het maatschappelijke. Meer zelfs: een aantal maatschappelijke wantoestanden hebben te maken met de kloof tussen beide.
Onderzoek in dialoog
Deze zoektocht naar verbinding willen we in dialoog verder zetten. We zoeken een taal voor een nieuwe werkelijkheid die naar ons aanvoelen fundamenteel is. Wij verhouden ons ook op dat continuüm van persoonlijke groei en zelfontplooiing ‘versus’ maatschappelijk engagement. Kan het eigenlijk wel om elke dag tijd voor mezelf te maken en te mediteren terwijl daarbuiten nood is aan engagement? Of omgekeerd: houdt maatschappelijke inzet die niet verankerd is in persoonlijke ontwikkeling wel steek?
Inspiratie
Bij de start van onze zoektocht gingen we in gesprek met Gie Van den Eeckhaut, Socius-medewerker en verbonden aan de Thomas More Hogeschool. Hij is gebeten door ‘maatschappelijke innovatie’. Daarnaast spraken we ook met Fanny Matheusen, docent en trainer interculturele competentie verbonden aan CIMIC en de Thomas More-hogeschool en met Philippe Vandevorst, stichter en directeur van Timotheus vzw, een gespecialiseerde vormingsinstelling die vorming verstrekt rond het thema ‘Intuïtieve ontwikkeling’. Een paar indrukken uit deze gesprekken.
Gie Van den Eeckhaut: “In de vraagstelling of het persoonlijke en het maatschappelijke met elkaar te maken hebben, zit al een verondersteld onderscheid en tegenstelling. Ook in de persoonlijke leefwereld zit het maatschappelijke verweven. Als persoon ben je een deel van het geheel. In de taal alleen al vind je vele linken. Kijk maar naar volgende begrippen: concurrentie, strijd, belangen, schuld, conflict, maar ook evenwicht, balans, verantwoordelijkheid, zorg of angst en groei … Het zijn ervaringen uit onze persoonlijke leefwereld, maar ze behoren ook tot een maatschappelijke realiteit, hetzij politiek, hetzij maatschappelijk, economisch of ecologisch. Ons denken gebruikt een aantal kernwoorden om naar de werkelijkheid te kijken en waarmee we die werkelijkheid ook interpreteren. ‘Willen groeien’ is zo’n kernwoord. In een loopbaan of in de economie tout-court, willen mensen groeien. Het is belangrijk om in te zien hoe zeer die kernwoorden ons bepalen! Maar als we het kernwoord ‘groei’ in vraag stellen, levert dat problemen op, alsof we niet buiten dat woord kunnen. We spreken over ‘negatieve groei’ of in het Engels over ‘degrowth’. We hebben geen positief alternatief, ‘krimpen’ betekent al onmiddellijk iets anders. Dit toont hoezeer we in een bepaald model van denken zitten, alsof een andere visie op voorhand verdacht is.”
Nieuw denkkader
Fanny Matheusen: “We maken nu een nieuw denkkader dat er zo uitziet: “Wat ik verander voor mezelf, verandert de wereld al,” zonder dat een oorzakelijk verband is aan te wijzen. Als we aan onszelf werken, werken we al aan de wereld. Het is een nieuw denken, maar toch ook weer niet. Die ideeën bestaan al langer in het Boeddhisme of bij de Native Americans. Het is deze oude wijsheid die we vandaag nodig hebben. De quantumfysica leert het ons ook: als één element verandert, verandert het geheel. Met dit gedachtegoed aan de slag gaan, is vaak rebels.”
Philippe Vandevorst: “In alle politieke partijen en ook in veel bewegingen die met ecologie bezig zijn, staat men afkerig tegenover het innerlijke weten, die binnenkant is taboe, dat wordt enkel beschouwd als privé. Ik zie het zo: ‘Alles wat buiten is, is ook in mij. Zo binnen, zo buiten.’ De Indianen leven dat: ik ben moeder aarde; we zijn één. Er is geen verschil tussen binnenkant en buitenkant. Wat buiten mij bestaat weerspiegelt op een of andere manier in mij. Ik heb in mezelf ook een ‘vluchteling’. Als0 ik met vluchtelingen bezig ben, ben ik ook met dat ik-je bezig en omgekeerd. Alle problematieken zitten ook in mij. Ik ben een vluchteling, maar ik ben ook de mensenhandelaar. Of neem de Panamapapers. Dat kan je veroordelen, en het daarbij laten, maar het kan ook een oproep zijn om te kijken hoe wij zelf ‘foefelen’. Als wij de kans kregen, zouden we het ook doen? Te vaak klopt de binnenkant niet met de buitenkant.”
Een nieuwe taal zoeken
Het nieuwe denken gaat op zoek naar nieuwe verhalen die de werkelijkheid verbeelden. Gie Van den Eeckhaut: “Het is belangrijk om verhalen te vertellen. Verhalen zorgen voor een kadering, een frame en kunnen nieuwe betekenissen genereren. Concrete gebeurtenissen in een ander verhaal zetten helpt om een andere toekomst te verbeelden.
Neem nu het verhaal van het repair café. Je kunt daar op een manier over spreken die het eigen belang benadrukt en past binnen een kapitalistische logica. Wat heb ik er aan? Welke winst levert het op? Je kunt vertellen over de producten die hersteld worden, maar je kunt het ook hebben over delen, ruilen, weggeven, samen werken. Zo creëer je ook een andere realiteit die we nu niet zien, ook omdat we er geen woorden voor hebben. Nieuwe verhalen maken de weg vrij voor transitie. We kennen zulke verhalen, ze klinken nu heel gewoon, maar de verhalen over de afschaffing van de slavernij of de strijd voor de 48-urenweek waren ooit utopisch maar zijn nu een verworvenheid.”
Tekst & interviews: Linda Accou, Conny Vercaigne en Jan Timmerman
Inspiratiedag Binnekracht – buitenmotor, op dinsdag 15 november 2016 (9u30-17u)
Kasteel Heule, Heulsekasteelstraat 1.
Meer info & inschrijven