Luisteren als wandelen

Stijn Dickel pleit voor een kwalitatieve luistercultuur

“Het is een oud zeer dat we te weinig stilstaan bij hoe iets klinkt.” Wanneer Stijn Dickel een pleidooi houdt om creatiever om te gaan met geluid, dan kun je maar beter de oren spitsen. De geluidskunstenaar heeft als artistiek directeur van kunstenorganisatie Aifoon een duidelijke missie: de kunst van het luisteren aanscherpen. “Het begon 14 jaar geleden, met een project waarin we aan kinderen vroegen hoe ze de weg van thuis naar school beleefden, en hoe ze dat in geluid zouden vertalen aan de hand van geluidsopname en compositie.”

aifoon_1
Foto Aifoon

Noem het vooral niet werken met muziek, want dat is het niet. “Geluid is, in tegenstelling tot muziek, niet gebonden aan een genre. Met geluid boor je een scala aan klanken en geluiden aan dat open is, en ook zeer persoonlijk. De kinderen hoefden ook niet virtuoos een instrument te kunnen spelen, of veel muzikale voorkennis te hebben. Er konden snel en heel intuïtief geluidencomposities van 1 minuut  worden gemaakt die iets vertelden over de kinderen en vooral ook over de buurt waar ze woonden en hoe ze die buurt beleefden. Zo kon het gebeuren dat twee buurjongens met twee totaal verschillende geluidsdatabanken aan hun opnames begonnen en naar buiten kwamen met een heel andere luisterbeleving. En het non-verbale van het project zorgde er ook voor dat taalbarrières werden geslecht.”

Wat beoog je met het werken met geluiden?

We proberen stem en muziek opzij te zetten om mensen echt te confronteren met de geluidswereld. Want we gaan er heel snel aan voorbij, tenzij we erover praten in termen van muziek. Ook pedagogisch-artistiek gezien dient muziek zich op een heel directe en geformatteerde manier aan. Bij geluid daarentegen heb je een open kader om te creëren. Je bent vrijer en vooral: het maakt de creativiteit los bij mensen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de geluidswandelingen die we organiseren (zoals in Kortrijk op 4 juli, nvdr – klik hier voor meer info). We zeggen niet hoe mensen naar de stad moeten luisteren, maar we proberen ze wel, met een aantal spelletjes en vragen, suggesties te geven welke richting het allemaal kan uitgaan. Maar het is vooral hun persoonlijke creativiteit, hun erfenis aan herinnering en aan culturele grenzen die bepalen hoe ze een stadsomgeving beleven.

Willen jullie ergens ook een tijdsdocument vastleggen?

LR-Stijn-Dickel-Expeditie-Dansand-c-Tine-Declerck
foto Tine Declerck

Jürgen De Blonde , mijn collega bij Aifoon, is veel meer met archeologie van geluid bezig dan ikzelf. Hij heeft een residentie in het MIAT (Museum over industrie, arbeid en textiel) en het Huis van Alijn, beide in Gent. De insteek was daar het besef dat ook geluiden verdwijnen. Beide musea hebben wel een visuele collectie, maar auditief is het maar een mager beestje. Tegelijk stellen we ons ook de vraag hoe we dit dan kunnen terugkoppelen naar het publiek. Voor het Huis van Alijn hebben we van geluiden kastjes gemaakt. Elke schuif die je als bezoeker opentrekt creëert een nieuw geluid, en door een andere schuif open te trekken maak je een compositie. Wanneer op hetzelfde moment iemand anders een schuif opentrekt kom je in een sociaal verhaal terecht. Ik kan daar heel filosofisch over doen, over de manier waarop wij als mensen auditief samenleven: we trekken allemaal kastjes open met geluiden die we zelf genereren, en dat verbindt ons op een bepaalde manier.

Leer houden van geluid en zie het als een verbindende kracht?

Het verbindende is wat we zelf creëren. R. Murray Shafer schreef in 1977 een boek met de titel ‘The soundscape’, en dat verwijst naar de zee aan geluiden waar we aan blootgesteld worden. Maar we hebben niet de cultuur om daar op een esthetische manier over na te denken. Visueel daarentegen denken we wél na over hoe we gebouwen inplanten in de publieke ruimte. Ook rond mode bestaat bijvoorbeeld al een hele esthetische beweging. Ik zou niet tegen een esthetische beweging van geluid zijn. Ik merk alleen dat er niet vaak ingezet wordt op wat onzichtbaar is.

Wat is de rol van stilte daarbinnen? Zijn geluid en stilte twee tegengestelden?

Dat is een vraag die ik bijna dagelijks moet beantwoorden (lacht). Vanaf het moment dat je stilte ziet als iets exterieur, zit je in de problemen. Tegelijkertijd weet ik waar de vraag vandaan komt; mensen zijn eigenlijk alleen maar getraind om te luisteren op een directieve manier, waardoor er weinig openheid is naar andere geluiden. Ik kom veel mensen tegen die hypersensitief zijn voor geluid. In plaats van te streven naar stilte zou ik eerst en vooral willen streven naar een goede kwaliteit van ons luisteren, want die is bedroevend. Onze luistercultuur is heel arm.

Je komt snel uit bij communicatie als je over luisteren spreekt, en vaak houdt het daar ook op. Denk bijvoorbeeld maar aan het luisteren en gehoorzamen als de meester in de klas vertelt. Maar als je het luisteren  ziet als een negotiatie waarmee je je verbindt met de wereld, dan kom je in heel andere luisterhoudingen en -strategieën terecht waar we ons niet van bewust zijn. Onbewust komt er heel veel geluid op ons af, en dat heeft z’n effect op ons. Maar bewust kan je daar ook heel creatief en avontuurlijk mee zijn: je kan dat luisteren uitdagen en ermee experimenteren.

Stilte is voor mij iets intern, iets dat je zelfs in een poel van geluid kan ervaren. Daarenboven bestaan ook een aantal premissen die stilte keihard onmogelijk maken: we genereren zelf geluid als lichaam, en zelfs als het absoluut stil zou zijn, in een anechoïsche of dode kamer bijvoorbeeld, houden we het niet vol. Stilte op zich bestaat niet, en als ze bestaat, is ze ondraaglijk.

jan20op20de20kamp20c3a9
Foto Aifoon

Bestaat er zoiets als lawaai?

Lawaai en klank zijn de stiefbroer en -zus van geluid. Voor mij zijn ze esthetisch, particulier en temporeel. Auto’s kunnen lelijk lawaai maken, maar het geluid van een auto die op natte kasseien rijdt vind ik heerlijk. Als ik barstende hoofdpijn heb zal ik dat echter helemaal anders ervaren.

In die zin praten we binnen Aifoon liever over geluid en geluidskunst in plaats van klankkunst, want dat verwijst eerder naar iets dat weerklinkt en mooi bevonden wordt. Geluid daarentegen is een term zonder esthetisch vooroordeel, het is iets open, waartoe je je verhoudt als luisteraar, waar je dieper naar luistert of net afstand van neemt. Ik geef een voorbeeld uit de muziek: de Franse componiste Eliane Radigue maakt lange composities waarbij het geluid zich traag en minimaal ontvouwt. Sommigen vinden dit saai en monotoon lawaai, mij interesseert vooral het effect achter het beluisteren van zo’n compositie. Dezelfde methode zou je kunnen toepassen bij het beluisteren van een drilboor. Luisteren zonder willen.

Omgevingsgeluiden lopen vaak door elkaar, en kunnen we misschien beter appreciëren als we de afzonderlijke herkomst ervan kennen?

Er zijn mensen die heel gevoelig zijn voor geluid en het vaak als onmogelijk ervaren om er naar te luisteren. Toch zou ik ook hen uitdagen om eerder naar het geheel te luisteren dan naar de som van de dingen. Als je elk geluid tegelijkertijd een plek wil geven is dat te veel. Als je naar het geheel luistert, kun je dat benaderen als een soort wandeling, als een spel, als ontmoetingen tussen geluiden, of dialogen, als een estafette van dingen. Het is een soort basishouding die je ook bij meditatietechnieken tegenkomt: niet naar het ding an sich kijken, maar hoe het verschijnt voor jou, hoe je jezelf daartoe verhoudt, een spel van aantrekken en afstoten soms. Het is iets complex en er bestaat ook niet één waarheid. Belangrijk voor Aifoon is het stimuleren van de creativiteit, maar vooral het vertrouwen scheppen om de avontuurlijkheid binnen het luisteren uit te dagen en aan te moedigen.

Hoe moeten we daar aan beginnen, aan dat appreciëren van geluiden?

Heel veel mensen beginnen te meten, maar met meten alleen gaan we er niet geraken: luisteren naar 100 decibel hoogfrequent is anders in beleving dan 100 decibel laagfrequent. Het belevingsniveau is even relevant zoniet relevanter. Meten biedt grootordes aan, maar over belevingsniveau moet er een ander gesprek ontstaan. En om hierover te kunnen praten, moeten we ook retoriek en jargon aanleren. Daarom gaan we tijdens onze workshops honderduit alle gesprekken aan om te reflecteren over geluid en om geluid op een veilige en diepgaande manier te ervaren.

Ook beslissingen op beleidsniveau en op het niveau van stedenbouw kunnen zeker helpen. Ik denk dan aan de akoestiek van de stad. Naakte muren en straten versterken alleen maar het geluid. Wil je dat als stad of niet? En zo niet, hoe los je dat op? Dit soort vragen zouden moeten gesteld worden.

Stedenbouwkundigen bij uitstek bepalen de akoestische omgeving van een stad. Door bepaalde gebouwen zus of zo in te plannen, maskeer of versterk je stadsgeluiden. Je kan bepaalde stadsgeluiden maskeren door een fontein te plaatsen die het geluid van auto’s opheft waardoor je een rustige omgeving krijgt. Bomen – elk met een bepaalde grootte en dikte van blad – zijn andere geluidsgeneratoren: ze creëren ruis, zoals de fontein, maskeren op die manier andere geluiden maar absorberen ook geluid,…  

33400080773_786397f83c_b
Flickr.com – Susanne Nilsson

Heeft een stad ook nood aan stilte- of luwteplekken?

Ik begrijp dat er vraag is naar stilte en luwteplekken in de stad, maar ik zou me daar niet blind op staren. Er wonen steeds meer mensen op deze planeet, en vaak dicht opeen in de stad. Begrijp me niet verkeerd, er valt zeker iets te zeggen voor luwteplekken, volgens mij maakt het deel uit van het ‘componeren van een stad’. Idem voor het circulatieplan van de stad Gent. Filip Watteeuw, de schepen van mobiliteit, is voor mij de stadscomponist van de eeuw. Hij heeft er voor gezorgd dat je het omgevingsgeluid in de binnenstad, in ‘high definition’ (wanneer voor- en achtergrondgeluiden van elkaar te onderscheiden zijn) kunt ervaren. Nu hoor je bij manier van spreken midden in de stad opnieuw het tikken van de nagels van de hond op de straatstenen. Dat heeft een groot effect op onze geluidsomgeving en op hoe mensen de stad ervaren.

Het is bijna biodiversiteit.

Inderdaad. Aifoon is als organisatie vooral bezig om de kwaliteit van het luisteren te verbeteren vanuit de kunsten, vanuit de creatie en de creativiteit van het luisteren. Maar meer en meer komen wij van onder de toren van de kunsten vandaan en in de maatschappij terecht. Het is voor ons heel interessant om ons publiek echt te horen. Wij geven het publiek een geluidswandeling en we dagen hen uit om zelf ook te creëren en creatief te zijn. Ik wil niet naïef zijn, maar ik denk wel dat mensen die een geluidswandeling meemaken op een andere manier stilstaan bij geluid. En dan groeit stilaan het bewustzijn dat luisteren veel rijker is dan wat ze nu kennen, gaan ze als vanzelf creatiever geluiden genereren en muzikaler omgaan met geluiden.

Wat raad je dan de mensen aan? Hoe kunnen ze omgaan met geluid?

Componeren! Componeren van jouw dagelijkse leven. (lacht) Het klinkt absurder dan het is. Luister naar je kamer en je huisgenoten en kies bewust welke muziek je thuis afspeelt. Richt jouw huiskamer ook akoestisch comfortabel in. Heb je liever een iets levendigere of gedempte kamer, reguleer de absorptie (kamerplanten, boeken,…). Ook als je wandelt of naar jouw werk fietst kan je componeren. Stippel deze route niet alleen functioneel maar ook esthetisch uit. Je kan ook wandelen zonder doel en luisteren zonder wil, waarbij je tijd neemt om jezelf te componeren in tijd, ruimte en dynamiek (cfr. meditatie). Kies (het plekje in) het restaurant niet alleen op visueel esthetische basis, maar luister naar de ruimte en beeld je in hoe het gesprek er straks zal weerklinken. Componeren kan ook op beleidsniveau gebeuren, waarbij het beleid haar stad ook auditief inricht, aandacht heeft voor luwteplekken, luidere omgevingen via maskering (bv. fonteintjes, bomen,…) tracht te compenseren, … Componeren kan ook letterlijk door geluiden op te nemen, te bewerken met de computer en opnieuw te arrangeren. Het doel van deze laatste methode kan ledig zijn, maar je kan ook componeren voor jouw tuin of huiskamer of voor de buurt… Een spoor toevoegen aan de realiteit hoeft immers niet alleen luider of drukker te zijn, maar de diversiteit kan net zorgen dat jouw tuin hierdoor net rustiger zal ervaren worden. Luisteren is bewegen, is negotiëren, is componeren. Aifoon met haar luisterprojecten is m.a.w. een ‘therapie’ op zichzelf…

Interview: Maarten Vanhee

www.aifoon.org

Blinddate luisterwandeling, op dinsdag 4 juli 2017 (14u) in Kortrijk. Meer info en inschrijven via de website van Vormingplus MZW.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s