Landbouw en samenleving, nood aan dialoog

Interview met landbouwer Jordaan Dermaut

Vormingplus is betrokken bij de opmaak van de Kortrijkse voedselstrategie. Bij de daaraan gekoppelde ‘Focus op…voeding’- themareeks dit najaar is een gespreksavond met landbouwers op donderdag 7 december in Kortrijk een van de meest in het oog springende initiatieven. “Ik hoop dat iedereen uit zijn cocon komt en openstaat voor het verhaal van de ander.” Jordaan Dermaut (°1953) spreekt zijn wens uit over deze avond. Hij is landbouwer in Ingooigem, waar hij samen met zijn zoon een landbouwbedrijf uitbaat met akkerbouw en groenten. Daarnaast is hij sterk betrokken bij het debat rond landbouw en de plaats van landbouw in onze maatschappij. Jordaan spreekt rustig maar gedecideerd, zoekt de nuance en de dialoog, in een complex verhaal waar naar zijn aanvoelen te weinig wordt stilgestaan bij de vele en soms tegenstrijdige verwachtingen die vanuit consument en samenleving aan landbouw en platteland gesteld worden.

In welke mate is het leven als landbouwer de voorbije decennia veranderd?

Het leven is voor iedereen gigantisch veranderd, en voor ons landbouwers, denk ik, nog meer. Terwijl er vroeger vooral (handen)arbeid moest geleverd worden moeten wij nu ook manager, technieker, boekhouder, bodem- en bemestingsdeskundige en nog veel meer zijn Dit maakt het intellectueel heel moeilijk: je moet immers met alles tegelijkertijd bezig zijn, van heel veel zaken kennis hebben en met duizend en één gegevenheden rekening houden.

En dan is er nog de samenleving die met heel veel verwachtingen naar voedselproductie en platteland kijkt met, naar mijn gevoel, te weinig kennis van zaken. Vroeger deden wij ons ding in ‘het buitengebied’, het niet-stedelijke gebied waar wij als boer en plattelandsbewoners actief zijn. Dat werd door iedereen aanvaard. Nu heeft de hele samenleving een mening over wat er in het buitengebied en in het agrarisch milieu gebeurt of moet gebeuren. Dat is op zich een goede maar ook moeilijke evolutie, die tijd en dialoog vraagt.

Hebben we te hoge verwachtingen van wat landbouwers moeten doen en wie ze moeten zijn?

Ik ervaar het persoonlijk een beetje als volgt: wat mensen zelf tekort komen, en wat in onze hectische samenleving verloren is gegaan, wordt geprojecteerd op landbouw en platteland: rust, stilte, het ambachtelijke,…. Daar moeten wij aan tegemoet komen, maar dat kan niet. Wij zijn ook deel van die hectische maatschappij, en terwijl de hele samenleving toekomstgericht is, wordt naar het verleden gekeken als platteland en landbouw ter sprake komen. De vraag of het vroeger dan per se beter was is ook zo’n vraag waar wij mee moeten zien om te gaan. Als boer en burger zijn wij ook anders in dat platteland aanwezig, voor ons is het onze arbeidsplek, met alles van zorg en stress die daar kan komen bij kijken. Burger en recreant zijn er in een woon –of vrijetijdssfeer waardoor de omgeving uiteraard anders bekeken en ervaren wordt. Kortom, er worden veel tegenstrijdige vragen gesteld, en we zitten daar compleet tussen. Het is moeilijk om daar als landbouwer jezelf in te zijn.

4798775676_70cba0d6c6_b

Hoe ziet de toekomst van de landbouw er volgens jou uit?

Het is dubbel en moeilijk te vatten. Als het dilemma van die tegenstrijdige vragen kan opgelost worden, ziet het er goed uit. Ook het imago van de landbouw is, in vergelijking met 10 of 15 jaar geleden, verbeterd. En ook al lees ik in allerhande streekvisies en studies dat de landbouwer op het platteland moeten blijven bestaan, ik zie ook continue regelgeving en maatregelen die het landbouwer bijna onmogelijk maken om daar te blijven.

Ik denk dat er heel dringend vanuit de samenleving objectief moet gekeken worden wat er aan het gebeuren is. Het lijkt zodanig vanzelfsprekend dat de boer en de landbouw er zijn, maar dat is niet zo. Omgekeerd moeten wij landbouwers proberen uit te breken uit onze eigen beperkte sector en naar de samenleving toe stappen. Maar wij zijn zo overbevraagd met de weinigen die er nog zijn. Het is moeilijk om de hele tijd aanwezig te zijn, op alle plaatsenwaar over landbouw gesproken wordt, om antwoord te geven en de samenleving in voldoende mate bij het landbouwgebeuren te betrekken.

Wat is de rol van de stad in de voedselketen? Of anders gezegd: wat is de relatie tussen stad en platteland als we over eten spreken?

Het is een complex gegeven. In de voedselketen heeft de stad vooral een functie als verbruiker, denk ik. Ze kan ook een rol spelen in de landbouw, maar noem het dan eerder tuinieren. Stadstuinieren is in die zin belangrijk om de stedelijke bevolking in contact te brengen met een natuurlijk proces van bloeien en groeien. Want ik stel vast dat de consument vandaag weinig voeling heeft met een seizoenale beleving van de natuur. Dat vraagt flexibiliteit en een andere houding, een agenda komt er niet aan te pas.

Ik zeg altijd: mijn agenda ligt buiten. Letterlijk dan. Ik moet in de lucht en op het veld kijken wat ik kan en moet doen. Ik kan een planning maken voor vandaag en morgen, maar niks op mijn agenda zetten voor binnen drie maanden en er zeker van zijn dat het kan doorgaan zoals gepland.

Dat is voor ons landbouwers een natuurlijke manier om met tijd en werk om te gaan, maar dat is niet zo voor anderen. Onze samenleving is heel planmatig en gereglementeerd georganiseerd. Werken met en in natuurlijke processen staat daar haaks op en dat is vandaag soms heel problematisch, ook in boerengezinnen waar een van de twee partners buitenshuis werkt. Dat kan in een gezinssituatie heel wat stress en problemen met zich meebrengen.

Er is de laatste jaren veel aandacht voor voeding, maar tegelijk weinig connectie met de landbouwers die voor die voeding zorgen.  Akkoord met deze stelling?

Ik vind het goed dat die aandacht er is, dat hoort zo. Alleen moeten mensen de consequentie van wat ze vragen doortrekken in hun manier van leven. Je kan niet vragen naar het ambachtelijke en het natuurlijke, of maximale biodiversiteit eisen op het veld en tegelijk nul biodiversiteit aanvaarden in de voeding die je koopt. Dat lukt ons niet, en toch wordt dat van ons gevraagd. Daar zitten wij in een spanningsveld.

Is dat de reden dat je zelf niet-biologisch teelt? Biologische voeding wordt nochtans steeds populairder bij de Belgen.

Ik heb niets tegen biologische voeding en landbouw, maar ik probeer biologisch verantwoord te boeren, daar horen ook bestrijdingsmiddelen en meststoffen bij en daar voel ik me ook goed bij.

Wat is het verschil tussen biologische en biologisch verantwoorde landbouw?

IMG_7164

De technologie van vandaag geeft ons, op het vlak van bemesting bvb., meer mogelijkheden. Maar je moet daar heel bewust en verantwoord mee omgaan. Ik wil geen maximale opbrengst halen, maar een optimale opbrengst, met respect voor natuur en milieu, voor de bodem, maar ook met respect voor opbrengst en te leveren arbeid . Het moet duurzaam zijn, lees: op termijn kunnen blijven duren. Voor mijn kinderen en kleinkinderen die het bedrijf voortzetten, maar ook nu voor mij als ondernemer en boer, ik moet er een inkomen uit halen.

Biologische landbouw kan, maar dan moet er veel veranderen in de samenleving, bvb. op het vlak van arbeidsreglementering: om op een biologische manier groenten te kweken heb je veel en flexibele arbeid nodig. Maar onze samenleving is niet gericht op veel en flexibel werken in de land- en tuinbouw, dat staat er haaks tegenover. Daarom wens en kan ik niet biologisch kweken, en is scheikundige onkruidbestrijding nodig. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat naast een organische bemesting als basis, een aanvullende en oordeelkundig gebruikte scheikundige bemesting milieuvriendelijker is dan een louter organische biologische bemesting.

Alle hulpmiddelen moeten op een verantwoorde manier gebruikt worden, en dat kan perfect, ook in een niet-biologische landbouw.

Kortrijk heeft een voedselstrategie opgemaakt waarin gestreefd wordt om alle aspecten van de voedselketen zo duurzaam mogelijk te maken. Een nobele of naïeve doelstelling?

Het is een nobele doelstelling, maar ook deels naïef, omdat het begrip ‘duurzaam’ – waar ik het daarnet al over had – een heel beladen begrip is. Iedereen verstaat er het zijne onder. Ik kan me niet vinden in een definitie die duurzaam alleen vertaalt als ‘ecologisch’. Bekijk je duurzaam echter ruimer, als iets dat moet kunnen blijven duren, dan ben ik helemaal akkoord.

Dat betekent niet alleen ecologisch of economisch, maar ook sociaal duurzaam. We hebben nu vanuit de landbouworganisaties met steun van de overheid een werking rond geestelijke gezondheidszorg. Niet alleen voor landbouwers maar ook voor professionelen die bezig zijn met geestelijke gezondheidszorg maar de landbouwwereld niet kennen, de vragen niet verstaan en de problemen niet snappen. Het grootste aantal zelfdodingen is er in de land- en tuinbouwsector, omdat het sociale aspect van het beroep op dit moment niet haalbaar en duurzaam is.

Waaraan ligt dat?

Daar spelen heel wat zaken in mee. Het aantal landbouwers is zeer snel aan het dalen, net als het netwerk; vroeger had je grotere families, met een omgeving die in dezelfde gedachtenwereld kon meedraaien. Nu heb je dezelfde landbouwproductie in vergelijking met pakweg 40 jaar terug, maar het aantal boeren is wel gedecimeerd. Als er iets gebeurt kan je dat met slechts een beperkt aantal mensen opvangen. Ik herinner mij het natte jaar 1974 of het extreem droge jaar 1976, toen de hele samenleving, tot de soldaten toe, kwamen helpen. Iedereen was er bij betrokken. Dat is nu anders. Daarnaast is er ook de enorme kapitaalsbehoefte in onze sector. Vooral de enorme waardestijging van gronden en gebouwen brengen financiële problemen mee voor wie verder wil boeren. De waarde van boerderijen en gronden is op geen enkele manier meer gelinkt aan de landbouwkundige rentabiliteit ervan. Met daar bovenop een kritische samenleving en een gigantisch ingewikkelde regelgeving is het niet verwonderlijk dat menig boerenhoofd op hol slaat.

IMG_7163

Vormingplus legt in haar aanbod rond voeding vaak de klemtoon op nieuwe landbouwinitiatieven: biologisch, CSA (Community Supported Agriculture), korte keten, stadslandbouw, … Is dat een te beperkte visie?

Ik vind dat Vormingplus een zo neutraal en evenwichtig mogelijk aanbod moet doen. Ik had mijn bedenkingen na de voorstelling van de film ‘Les Liberterres’ (documentaire over landbouwers met een radicaal andere visie op de boerenstiel, mv) . Als je een debat met gelijkgezinden organiseert, heb je geen debat. Dat was mijn eerste contact met Vormingplus, maar ik denk dat we elkaar ondertussen toch wat beter gevonden hebben en momenteel een stuk verder staan dan een paar jaar geleden.

Dit najaar organiseren we een gespreksavond waar mensen in gesprek kunnen gaan met landbouwers. Wanneer is de avond geslaagd?

Ik hoop dat iedereen loskomt van zijn eigen beperkte visie, uit zijn cocon komt en openstaat voor het verhaal van de ander. Vanuit de kant van de landbouwer betekent dit een openheid om te luisteren naar alle vragen die er zijn vanuit de alternatieve of groene wereld. Als een idee, een visie heel interessant is, moeten we die nastreven. Maar er is veel verschil tussen wat wenselijk en haalbaar is, en voor mij is het belangrijk om die wensen, die ik deel, te toetsen op de haalbaarheid. Wat haalbaar is moet gerealiseerd worden, wat wenselijk is moet ofwel haalbaar gemaakt worden ofwel moeten de wensen worden aangepast. Keuzes houden altijd consequenties in en die moeten erbij genomen worden

Is er voor volgens jou voldoende opvolging door de volgende generaties?

Ik zie dat heel wat boeren die de pensioengerechtigde leeftijd naderen enerzijds verlangen om dit levenswerk naar de volgende generatie door te geven. Het is geen gemakkelijke stap om als laatste de deur dicht en het licht uit te doen als het bedrijf vele generaties lang heeft bestaan.

Anderzijds zie ik dat veel generatiegenoten van mij die geen opvolger hebben op den duur blij zijn omdat stoppen hen, en hun eventuele opvolger heel veel kopzorgen en financiële problemen voorkomt.

Het is een dubbel gevoel. Landbouw is niet alleen een beroep, het is een manier van leven, en geschiedenis is daarin belangrijk. Nu wordt die manier van leven heel sterk en heel vlug overhoop gehaald. Ons probleem is dat wij de wereld een beetje op een aparte manier bekijken, denk ik, en dat is niet gemakkelijk.

Interview: Maarten Vanhee

Het volledige programma van ‘Focus op…voeding’ vind je op de website van de Kortrijkse voedselstrategie.

Welk soort landbouw willen we? In gesprek met landbouwers
donderdag 7 december 2017 – 19u30
OC Lange Munte (voormalige Sint-Pauluskerk), Beeklaan 81, Kortrijk (locatie)
Gratis toegang, maar graag inschrijven via de website van Vormingplus MZW.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s