Joost Bonte is straathoekwerk, hij is jarenlang coördinator geweest van de straathoekwerkers in Oost- en West-Vlaanderen. Hij heeft het straathoekwerk een smoel gegeven, hij is die smoel. Je mag hem de vader van de 50 straathoekwerkers in Oost- en West-Vlaanderen noemen. Zij konden altijd terecht bij zijn expertise en zijn scherpe blik. ‘Konden’ schrijven we, want Joost Bonte moest opstappen als gevolg van de besparingen van de regering Jambon (bekijk hier de reportage op Focus|WTV). Een aderlating voor het straathoekwerk. De reacties daarop lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. Maar Joost Bonte is niet de man om daar over te treuren. Meer nog, hij zegt zich ‘bevrijd’ te voelen.
Een gesprek met een strijdbaar man die op 1 oktober 2020 een online lezing geeft over ‘de jeugd van tegenwoordig’.
Laat ons beginnen bij het begin, wat is dat precies straathoekwerk?
Straathoekwerk is de meest laagdrempelige vorm van hulpverlening. We spreken mensen aan in hun eigen leefmilieu, en dat is vaak op straat. We bereiken die mensen waar de maatschappij geen raad meer mee weet, of zoals ze in Nederland genoemd worden: ‘de sociaal overbodigen’. Het zijn mensen die hun weg niet vinden en ook de weg naar het zorgaanbod niet vinden.
We leggen contact met mensen die zeer gekwetst zijn of heel kwetsbaar zijn. We werken op het tempo van mensen en dat kan soms heel traag zijn. We proberen aan te sluiten op hun leven door een hechte relatie aan te gaan. We stemmen permanent af op hun dromen en zorgen, toekomst en verleden, noden en wensen, en we grijpen steeds aan wat er zich aandient: van zorg tot ontspanning, van hulp tot zingeving, niks menselijks is ons vreemd.
Hoe gaan jullie te werk? Verwijzen jullie mensen door naar de bevoegde instanties?
De term ‘doorverwijzen’ gebruik ik liever niet meer. We leiden mensen toe en helpen hen om zelf de stappen te zetten. Bij ‘doorverwijzen’ heb je al vlug de indruk van een draaideurfenomeen, waarbij mensen even snel weer buiten zijn als ze binnen zijn gekomen, omdat het niet gaat om de juiste instantie. Wij kennen het sociaal werkveld, we weten hoe de maatschappij functioneert – of niet functioneert – en zo kunnen we ondersteunen.
Drie woorden zijn voor ons belangrijk in het sociaal werk, al zijn die nergens geregistreerd. Ten eerste, luisteren, en dan bedoel ik actief luisteren. We maken de hoopjes waar mensen tegen aanlopen weer overzichtelijk. Ten tweede, we troosten, vanuit een betrokken empathie. En ten slotte verlenen we hoop om aan de slag te gaan, al hebben we dan nooit zekerheid op succes en komen situaties soms niet meer goed. We werken creatief en divers, we grijpen aan wat er zich voordoet.

Je bent bijna 20 jaar coördinator, zie je een evolutie in die periode?
Ik zie hoe langer hoe meer de impact van een neoliberaal denken dat zegt: eigen schuld, dikke bult. Er is een ongelooflijke schuldinductie, de kwaliteit van het sociaal werk en de publieke dienstverlening worden uitsluitend afgerekend op efficiëntie.
Het individualisme is bovendien veel sterker geworden en ook de sociale ongelijkheid sterk gegroeid. Ik las in de krant dat mijn vroegere buur op het internaat straks een portefeuille van 250 miljoen euro krijgt. Tegelijk maakte ik deze week mee dat een alleenstaande mama een kind moet laten geboren worden in een volledig onderkomen huis. Ook het aantal mensen met burn-out stijgt, het aantal mensen met een psychische kwetsbaarheid groeit, en er zijn meer en meer mensen die op allerhande wachtlijsten terecht komen.
Oplossingen die aangereikt worden, gaan niet meer over structurele aanpassingen. Er wordt met wellness en mindfulness gegooid, maar dat is enkel oplap. Er is geen vertrouwen meer, iedereen wordt op dezelfde hoogte geplaatst, namelijk om zelf je eigen traject te onderhandelen. Hoe langer hoe meer moeten mensen zich verantwoorden, en dat gebeurt altijd met cijfers.
Veel sociaal werkers zijn zo bezig met allerlei cijfers, zitten achter hun computer en niet op het veld met mensen te werken. En nu komt men af met besparingen omdat er te veel ‘overheid’ is. Dat is de wereld op zijn kop, wij hebben niet gevraagd om al die verantwoordingen. We zijn nu vooral bezig met het afbouwen van schuldhulpverlening, ten voordele van het OCMW. We willen in laagdrempelige ontmoetingshuizen psychosociale hulpverlening opbouwen naast de privé-therapeuten.
Merk je ook niet een groeiende polarisering in de publieke opinie, zeker ook als het gaat om sociaal kwetsbare mensen?
De cafépraat van vroeger wordt nu van achter de computer gevoerd. Ik hou van de tegenspraak die je hebt op café. We moeten het niet eens zijn met elkaar, maar we kunnen wel blijven praten met elkaar. Op sociale media kom je al snel in een wij-zij-verhaal. Alles wat verkeerd loopt, ligt bij de ander. Het precariaat neemt gigantisch toe, ook onzeker in relaties. Het is gemakkelijk om met de vinger naar externen te wijzen. Vanuit rechtse hoek is dat dan naar kwetsbare mensen, vanuit linkse hoek is dat naar de hardwerkende miljonair in Vlaanderen. Maar de wereld is zo complex geworden dat mensen niet meer zien wat er aan de hand is. Een mama met 2 kinderen bvb. moet al jaren op een sociale woning wachten, ziet dat er huizen in de straat leegstaan en begrijpt niet waarom ze geen plek krijgt. Dat heeft vaak te maken met de wooncode en met het feit dat die huizen niet meer bewoonbaar zijn en aan herstelwerken toe zijn. Als er dan een vluchteling komt, zien ze dat die vaak wel ergens anders een woning krijgt, waardoor al vlug de klacht te horen is: de vluchtelingen krijgen hier alles en wij niets. Maar dat is dan enkel voor 3 maanden, en dat wordt er meestal niet bij gezegd. Sommige politici die wel weten hoe de wetgeving in een zit stoken dan moedwillig nog wat op, leggen niet uit hoe het precies zit. Dan krijg je veel frustraties, waar sommige politieke partijen van leven.
Je geeft op 1 oktober een online lezing over ‘De jeugd van tegenwoordig’. Zonder alles al te verklappen: wat mogen we verwachten?
(gedecideerd) Het gaat goed met de jeugd van tegenwoordig! Ook voor hen zijn het zeer onzekere tijden. Zelfs Socrates zei al dat de generatie na hem verkloot is, dat het luiwammesen waren. Die boodschap is dus allesbehalve nieuw.
Er ligt heel veel druk op de schouders van jongeren vandaag. Neem nu de schooluitval. Dat heeft heel erg te maken met een archaïsch, Pruisisch onderwijssysteem. Wouter Duyck (psycholoog van UGent, red.) legt de nadruk op het trainen van de hersenen. Maar het gaat niet enkel om kennisoverdracht! Sommigen willen terug naar een ex-cathedraonderwijs i.p.v. te zoeken hoe er kan worden samengewerkt in de klas.
Ik zie bij veel jonge mensen dat ze echt kunnen omgaan met diversiteit. Ook bij mijn kinderen zie ik hoe een diverse vriendenkring een evidentie is. Neem het sociaal-psychologisch onderzoek van Santiago Genovés, onlangs te zien op Canvas: ‘The Raft’, over een experiment dat in 1973 werd uitgevoerd. Daarin zocht hij wat mensen agressief maakt en oorlogen doet voeren. Mensen uit verschillende culturen zaten samen op een vlot, spraken verschillende talen, hadden verschillende levensbeschouwingen. De onderzoeker probeerde ruzie te stoken, maar dat is niet gelukt. Opvallend was ook dat vrouwen er de macht in handen hadden. Als mensen contact hebben met elkaar, als ze communiceren, dan raken problemen opgelost. Dat heb je ook vaak als mensen van Vlaamse origine spreken over mensen van een andere oorsprong. Dan hoor je vaak: Geen enkele Marokkaan deugt … behalve Ahmed, die bij mij werkt of Youssef, wiens kinderen ook bij de voetbalploeg spelen.
Dit is ook een uitdaging voor publieke plaatsen, zoals ARhus. Hoe richt je de ruimte in zodat er toenadering mogelijk is van beide kanten naar elkaar?
Een laatste vraag: na bijna 20 jaar moet je opstappen als coördinator bij het straathoekwerk. Wat komt er nu?
Ik weet niet wat er nu komt. Het ging om een collectief ontslag. Ik zou op prepensioen kunnen gaan, maar dat is nog te vroeg voor mij. Ik voel me momenteel eigenlijk zeer goed, zelfs bevrijd. Ik ben als een soort eenmansbedrijf dit steunpunt opgestart, maar het kostuum begon de laatste tijd wat te knellen. Het is een grote organisatie geworden die te dicht bij de kabinetten begon te leunen, waardoor ik meer en meer het gevoel kreeg dat ik het beleid moest uitvoeren. Dat kan niet de bedoeling zijn, toch? Hebben steunpunten niet de taak om de burgers te ondersteunen en bottom-up signalen te geven aan het beleid? Het is een raar gevoel, ik heb er 20 jaar van mijn leven in gestoken, zodat ik me zelfs de vraag stel: waarom ben ik er de kop niet van in dat het afgelopen is?
Interview: Jan Timmerman
Praktisch
ARhumenten: Joost Bonte over ‘De jeugd van tegenwoordig’
donderdag 1 oktober 2020 (19u30)
Meer info op www.vormingplusmzw.be. Inschrijven kan via www.arhus.be.